- Home
- Meijendel
- Soorten
- Nieuws
- Links
- De werkgroep
- Voor leden
- Zoeken
De Vogelbalans 2014 die Sovon Vogelonderzoek Nederland op 29 November presenteerde, geeft een actuele stand van zaken hoe het met de vogelstand in Nederland is gesteld. Het geeft in een notendop de belangrijke feiten weer: waar doen zich opvallende ontwikkelingen voor, en welke soorten doen het juist goed of slecht? Centraal in deze Vogelbalans staat het thema wetlands.
Samenvatting
De Nederlandse wateren en moerassen (wetlands) trekken grote aantallen watervogels aan. Ze liggen strategisch langs belangrijke trekroutes en gewoonlijk net ten zuidwesten van de vorstgrens in januari. Ze zijn daarmee van grote internationale waarde voor vogels. Bij de midwintertelling - waar ook tellers van VWG-Meijendel aan deelnemen - worden tegenwoordig ongeveer 5 miljoen watervogels geteld. De werkelijke aantallen die gedurende het jaar van onze wetlands gebruik maken, zullen nog veel groter zijn als gevolg van doorstroming van populaties.
Veel gebieden voldoen echter (nog) niet aan de Europese beschermdoelen. Ze kampen met een hoge belasting aan voedingsstoffen, concentraties aan gifstoffen uit het verleden of zijn op een onnatuurlijke manier ingericht. Met name via de landbouw belanden nog steeds te veel voedingsstoffen in de Nederlandse wateren (vermesting). Plaatselijk lijken bestrijdingsmiddelen tot problemen voor insectenetende broedvogels te leiden. In het binnenland hebben wetlands te kampen met verdroging door wateronttrekking van de landbouw in de omgeving. Deze processen werken, naast oorzaken die buiten ons land liggen, ook door in de vogelaantallen.
Tellingen tonen het succes van herstelmaatregelen aan. De Veluwerandmeren hadden de afgelopen vijftien jaar een sterk aanzuigende werking op watervogels, waaronder bijzondere soorten als de Krooneend. Ze worden aangetrokken door het herstel van waterplanten, dat mogelijk werd gemaakt door een serie maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren.
Dit herstel beïnvloedt ook de voedselkeuze van watervogels. Kleine zwanen stapten na het verdwijnen van de waterplanten over op boerenland, maar keren nu terug naar hun oude voedselgewoontes en verblijven een groot deel van de winter op het water. In het Deltagebied blijken inrichtingsmaatregelen plaatselijk positief uit te pakken voor kustbroedvogels. De ontwikkelingen in de Randmeren en in het Deltagebied laten zien dat herstelmaatregelen zeker kans op succes hebben. Tevens geven ze aan dat watervogeltellingen en broedvogelinventarisaties bij uitstek geschikt zijn om een vinger aan de pols te houden om de ontwikkelingen te volgen.
U kunt de Vogelbalans 2014 downloaden (pdf) via deze link naar Sovon.
Delen van de samenvatting zijn overgenomen uit de publicatie.