- Home
- Meijendel
- Soorten
- Nieuws
- Links
- De werkgroep
- Voor leden
- Zoeken
WASSENAAR - “U zegt zelf dat het moeilijk is om ook jongeren zover te krijgen dat zij vogels gaan tellen in Meijendel. Als ik tegen mijn vriendjes zeg ‘Mijn moeder telt vogels’ dan kijken ze toch wel een beetje medelijdend naar mij. Hoe wilt u deze sport nu aantrekkelijker voor jongeren maken?”. Gelach in de zaal toen de 18-jarige Marjolein Meijer, afgelopen zaterdag, deze opmerking maakte in de conferentieruimte van Kasteel Wittenburg. Meer dan honderd ‘vogelaars’ uit Den Haag en Wassenaar vierden daar het vijftigjarig bestaan van ‘Vogelwerkgroep Meijendel’ met een symposium over het fenomeen ‘vogels-tellen’.
“De veldornithologie in Nederland is al heel lang geleden begonnen", vertelde Arend Jan van Dijk van de samenwerkende organisaties voor vogelonderzoek. "Maar jullie groep was één van de eersten in ons land, die dat georganiseerd deden. Op meer dan 60 locaties in Nederland wordt dit onderzoek door vrijwilligers gedaan. Ieder van deze amateur-ornithologen krijgt een bepaald gebied toegewezen, waar hij of zij het aantal en de soorten van de in dit gebied voorkomende vogels telt”. Uit de door hem getoonde statistieken blijkt dat, door klimaatveranderingen en verstedeling, sommige vogelsoorten verminderen, maar dat andere soorten zich daarentegen uitbreiden.
Daarna hield eregast Midas Dekkers een uiterst humoristisch betoog over zijn ervaringen met vogelkenners. “Als je in de duinen wandelt kom je drie soorten mensen tegen. De eerste groep kijkt recht voor zich uit, dat zijn de hardlopers, de tweede groep kijkt naar beneden, dat zijn de pedofielen en de derde soort kijkt omhoog, dat zijn jullie. Bij het zoogdier mens zijn de oren en de neus sterk achteruit gegaan. In tegenstelling bijvoorbeeld tot honden en katten. Vogels, net zoals apen, hebben heel goede ogen, waarmee zij elkaars kleuren uitstekend kunnen onderscheiden. Jullie kijken naar vogels, maar vinden de vogels dat eigenlijk wel leuk? “
Voorzitter Wim Calame speelde advocaat van de duivel door het gezelschap uitdagend te vragen: “Heeft dat tellen van die vogeltjes van ons eigenlijk wel enig nut?”. Daar wisten enkelen van de aanwezigen toch wel aardig op te reageren. Georgette Leltz, van Duinwaterbedrijf Zuid-Holland, stelde dat voor haar bedrijf de uitkomsten van deze tellingen meetellen in de te nemen maatregelen in de duinen. Een ander zei simpel: “Dat tellen is gewoon lèùk”.
Na de lunch werd er gediscussiëerd over de al of niet wenselijkheid om de duinen weer terug te geven aan de natuur en om daar Fjordenpaarden en Gallowaykoeien te laten grazen. Het duinwaterleidingsbedrijf wil de duinen weer in de toestand van 1850 terug brengen. Niet iedereen is het daarmee eens. Midas Dekkers in elk geval is geen voorstander van al dat ingrijpen. “Laat de natuur zichzelf maar ontwikkelen” meent hij.