Home page Zoeken
top

VWG-Meijendel → Nieuws

(9-11-2013)

Oktobertelling 2013: Raaf, Klapekster en Baardmannetje


Opnieuw Raven in Meijendel! De wintertelling van oktober leverde twee exemplaren van deze soort op in kavel 17A. In andere kavels werden leuke soorten als Klapekster en Baardmannetje genoteerd. Maar deze keer ook even aandacht voor gewone kraaiensoorten en Spreeuwen.

In het telweekend van 12 oktober 2013 vertoonde het weer een pittige omslag. Alleen de tellers die op zaterdag hun terrein bezochten, profiteerden van gunstig telweer. De dagen erna brachten veel meer nattigheid dan vogels. Het gevolg was een beperkt aantal bezochte kavels: 2, 3, 12A, 13, 14, 15, 16+, 17A, 17B, 32, 75, 77 en 83. (In kavel 63 is pas op 20 oktober geteld; de resultaten hiervan zijn buiten beschouwing gebleven.) Toch viel het aantal waargenomen soorten zeker niet tegen: 74. (Het gemiddelde in oktober over de laatste tien jaar is 71.)

Vorig jaar is in Meijendel tijdens de oktobertelling voor het eerst een Raaf waargenomen en wel in kavel 71. Maar op www.waarneming.nl staan ook waarnemingen in Meijendel daterend van begin 2012. Daarna zijn de waarnemingen steeds frequenter geworden. We zullen de soort in de toekomst zeker vaker zien. Verder verdienen nu de Klapekster (in kavel 17A) en de Baardmannetjes (in de kavels 2 en 3) een plaatsje in de eregalerij. En ook waren er Beflijsters in de kavels 12A, 13, 14 en 17A, in totaal negentien stuks.

De Raaf heeft zich duidelijk in de omgeving gevestigd. Maar hoe staat het met de overige kraaiensoorten? Gaai, Ekster, Kauw en Zwarte kraai vertonen zich in herfst- en winterseizoen bijna altijd wel. De Kauw is een verhaal apart. In oktober 2013 is er slechts één individu waargenomen, in kavel 83, een niet eerder gekend laag aantal. Maar deze soort opereert veelal in groepsverband en de kavels waarin vaak groepen voorkomen, zoals bijv. 10/12/76, 71, 91 en 105, zijn in oktober 2013 niet geteld (of nog niet ingevoerd). Van de overige soorten samen zijn hiernaast van de afgelopen tien jaar de in oktober gevonden gemiddelde dichtheden per km2 grafisch weergegeven. De dichtheid van de Ekster schommelt tussen vijf en tien exemplaren per km2 en draagt het minst bij. De beide andere soorten komen (een enkele uitschietende waarde daargelaten) ruwweg in een twee à drie maal zo hoge dichtheid in Meijendel voor. De grafiek laat zien dat de dichtheid van de kraaiachtigen de laatste twee jaar aan de lage kant is. Hebben de Haviken hun best gedaan? Volgend jaar kijken we verder.

Spreeuwen op najaarstrek in Meijendel. Foto: Jan Westgeest

Maar dan de Spreeuwen! Die waren in oktober bepaald (nog) niet aanwezig! Er zijn deze maand zeven individuen geteld, tegen honderden tot wel duizenden in andere jaren. Waar kan dat aan liggen? Zou de relatief hoge temperatuur hen er vooralsnog van weerhouden hebben te (ver)trekken?Zouden we er in november meer aantreffen? Of registreren we trekkende en verblijvende groepen niet altijd eenduidig, wetend dat een waargenomen verblijf in deze tijd van het jaar meestal slechts een (kort) oponthoud in de trek betekent? U kunt vast meer mogelijke oorzaken bedenken. Overigens waren er in 2011 en 2006 in oktober ook minder dan 100 geteld. Hun aantal schommelt dus tussen zeer uiteenlopende waarden, net als het weer. De startdatum van de seizoenstrek blijft voor geen enkele vogelsoort jaarlijks precies gelijk, laat staan andere facetten van het trekgedrag, zoals trekafstand, -hoogte enzovoort.

Tot slot nog twee ‘toetjes’ van de maand: een late Grasmus in kavel 12A en een IJsvogel in kavel 2.

naar boven