- Home
- Meijendel
- Soorten
- Nieuws
- Links
- De werkgroep
- Voor leden
- Zoeken
Dichtheidsverloop (in aantallen per km²) van het totaal van alle soorten in 2017-2018, vergeleken met gemiddelden en maxima in de afgelopen tien jaar. |
We kijken terug op een uiterst rijk vogelseizoen: alle tellingen leverden gemiddelde dichtheden op die volledig of vrijwel samenvielen met de maximale maanddichtheden in de afgelopen tien jaar. Alleen in november en januari waren de totalen lager (10 en 15%) dan de maxima. Ook het aantal waargenomen soorten bereikte een record. Verder hadden tien soorten dit seizoen bij elke telronde een hogere dichtheid dan gemiddeld en twee soorten juist een lagere. In maart zijn over 29 kavels 83 soorten genoteerd, bij een vogeldichtheid van 423/km2 (geïnventariseerde oppervlakte: 9,6 km2).
Juist in het 5.000-soortenjaar dat zich momenteel afspeelt in Nationaal Park Hollandse Duinen in oprichting, hebben we in het afgelopen herfst-/winterseizoen een record aan vogelsoorten waargenomen: 133 stuks (nog buiten de Soepeend en de grote varianten van de Kruisbek en de Barmsijs, die lastig van hun kleinere naamgenoten te onderscheiden zijn). Op de valreep dienden zich nog aan: Brandgans, Bergeend, Scholekster, Bontbekplevier, Goudplevier, Bonte strandloper en Wulp. (De Bergeend was al in geen 6 jaar meer aangetroffen en de Brandgans zelfs in geen 10 jaar!)
Heggenmus (foto: Jan Westgeest) |
Het weer was daarbij eveneens verrassend: veel tellers hebben geprofiteerd van de nog aangename temperatuur op de vrijdagmorgen. Maar daarna viel een Siberisch aandoende kou in, gepaard gaande met harde windkracht, zodat de ‘gevoelstemperatuur’ als van boven de poolcirkel leek te zijn; een laagterecord in deze tijd van het jaar. Het weer leek nog even dat van de laatste week van februari te imiteren, waarin menigeen op natuurijs heeft geschaatst. Met name de Heggenmus viel waarschijnlijk om deze reden een stuk minder op dan anders. De gevonden dichtheid viel erg laag uit voor de tijd van het jaar, terwijl de soort in de voorafgaande week op veel plaatsen al uitbundig had gezongen.
De tien soorten die in dichtheid elke maand hoger dan het maandgemiddelde hebben gescoord, zijn: Dodaars, Torenvalk, Slechtvalk, Halsbandparkiet, Grote en Kleine bonte specht, Winterkoning, Vuurgoudhaan, Boomkruiper en Vink. De Torenvalk en de Slechtvalk zijn hiervan typisch soorten waarvan gemakkelijk in meerdere kavels eenzelfde exemplaar kan worden waargenomen. En als er dan ook nog eens meer kavels dan voorheen worden geteld, mag aan hun records niet te veel waarde worden toegekend. Maar het gegeven dat bijvoorbeeld de Winterkoning weer meer werd gezien/gehoord, betekent beslist meer: deze is weer herstellende na een duikeling (vooral sinds 2007).
Dichtheidsverloop (in aantallen per km²) van de Heggenmus in 2017-2018, vergeleken met gemiddeld in de afgelopen tien jaar (een duidelijk afwijkende maand maart). |
Achterblijvers in het gehele seizoen zijn dit keer de Knobbelzwaan en de Ekster. In elke maand scoorden zij onder de gemiddelde maanddichtheid. En twee wintervogels waarop menig teller hoopte, zijn weer eens helemaal niet verschenen: Ruigpootbuizerd en Klapekster. Deze soorten zijn voor het laatst in 2011/2012 geregeld gezien (en incidenteel daarbuiten, de Klapekster wat vaker dan de Ruigpootbuizerd).
Onder aan dit verslag kunt u tabellen openen waarin de dichtheden in Meijendel van de meest waargenomen soorten voor het gehele afgelopen seizoen op een rij zijn gezet. En in de verslagen van de voorgaande maanden valt meer te lezen over het bijzondere telseizoen van 2017/2018. Evenals vorig jaar hebben vele tellers bijgedragen aan een hoge en waardevolle opbrengst aan gegevens. Heel veel hulde aan allen die deze schat hebben bijeengebracht! Dank ook aan de webmasters en de meelezers die extra schoonheid en inhoud in de artikeltjes aanbrengen. En aan alle tellers: van harte ook een superrijk nieuw broedseizoen toegewenst!
Jan Westgeest (westgeest.jan@gmail.com)