Home page Zoeken
top

VWG-Meijendel → Nieuws

(24-12-2017)

Decembertelling 2017: Vogelvuurwerk: vredig, verrassend en virtuoos!


 Zwarte mees in kavel 77. (Foto: Jan Westgeest)

Wie vreest dat na sinterklaas de tijd van surprises voorbij is, doet er goed aan vogels te gaan inventariseren. Oppervlakkig beschouwd lijkt de vogelwereld in de donkere dagen rond kerst stil te vallen: vrede op aarde. Maar de decembertellingen in Meijendel blijken de laatste jaren juist vrolijk verrassend te zijn. We hebben 78 soorten waargenomen. En de dichtheid van 527/km2, berekend over 11,4 km2 (33 getelde kavels), is een record voor december in de afgelopen 10 jaar en ligt circa 125/km2 boven de gemiddelde waarde voor de maand.

Grafiek 1: Gemiddeld dichtheidsverloop Barmsijs in herfst/winterseizoen (laatste 10 jaar) vergeleken met verloop in 2017/18 (dichtheden in aantallen per km²). 

Zouden we de Kleine en de Grote barmsijs als afzonderlijke soorten rekenen, dan komen we zelfs op 79 soorten. Maar in onderstaande lijst zijn deze beide samengevoegd omdat ze niet altijd even goed onderscheiden blijken te worden. De Barmsijs valt in dit seizoen op; kijk maar eens naar de grafiek. Voor de Sijs geldt trouwens een geheel vergelijkbaar patroon. De uitkomsten lijken veel op die in december 2015.

Nog meer in het oog springend zijn de hoge maanddichtheden bij Dodaars, Houtduif, Staartmees en Vink. Ook deze soorten bereikten hogere dichtheden dan in 2015 en waren een heel decennium lang in december niet zo dicht bezaaid. Voor de Houtduif lijkt er na de sneeuw van vorige week wel sprake van een ware stuwing vóór het stadsconglomeraat van Den Haag: gemiddelde dichtheid 75/km2 (o.a. enkele zeer grote groepen)! Andere bovengemiddelde dichtheden komen op naam van de Groene specht (lachte misschien veel na om de sneeuw?), de Tjiftjaf (laat zich duidelijk ook niet meer afschrikken door een beetje winter), de Vuurgoudhaan, de Boomkruiper en de Zwarte mees. Het laatste drietal was in november ook al ruim vertegenwoordigd (evenals de eerder genoemde Barmsijs en Sijs). Het aardige van de Zwarte mees is overigens dat je in deze periode plotseling voor een heel groepje kunt komen te staan. Dat mocht ik in deze telronde zelf eens treffen: een groepje van minstens 6 stuks. Het lukte me zelfs een plaatje te maken van zo’n beweeglijk diertje.

Merel verliezer

Grafiek 2: Gemiddeld dichtheidsverloop Merel in herfst/winterseizoen (laatste 10 jaar) vergeleken met verloop in 2017/18 (dichtheden in aantallen per km²).

Verliezer was deze keer de Merel. Met een dichtheid van 22,3/km2 tekende de soort voor het diepterecord voor de maand december in het jongste decennium. Maar de afwijking van de gemiddelde decemberwaarde (circa 30/km2) is zeker niet zodanig dat dit achteloos aan het Usutuvirus mag worden toegeschreven, dat hier en daar in ons land zou heersen.

De aardigheidjes (die ik ook wel graag had willen zien,) waren deze keer: het Smelleken (in kavel 10/12/76), de 2 Slechtvalken (in kavel 17A), de Bosuil (in kavel 2), de Grote gele kwikstaart (kavel 42), de 2 Baardmannen (kavel 1A) en de Kruisbek (in kavel 45).

Wij gaan ons opmaken voor de feestdagen en de jaarovergang. Het zou geweldig zijn als we het vuurwerk daarbij in de toekomst uitsluitend aan de vogels zouden kunnen toeschrijven (i.p.v. aan knallende vogelverjagers). Maar hoe dan ook, graag wens ik alle tellers en lezers heel fijne feestdagen en een schitterend en vogelrijk 2018 toe!

Jan Westgeest (westgeest.jan@gmail.com)

naar boven