- Home
- Meijendel
- Soorten
- Nieuws
- Links
- De werkgroep
- Voor leden
- Zoeken
Zwarte zee-eend (foto: Jan Westgeest) |
Na verwerking van de gegevens van 11,6 km2 (31 kavels) blijken er 81 soorten gevonden. Van 6 soorten (Tafeleend, Grote bonte specht, Bladkoning, Goudhaan, Glanskop en Boomkruiper) is de hoogste dichtheid ooit bij de herfst-/wintertellingen vastgesteld. Een geheel nieuwe vondst is de Zwarte zee-eend.
Zeer weinig tellers zijn op zaterdag de 15e de duinen ingetrokken, de enige regenachtige ochtend van het telweekend. De dagen eromheen boden prima telomstandigheden, ook al zullen er best grote aantallen vogels hoog overgevlogen zijn, in een gunstiger luchtstroom dan dichter bij de grond. Duidelijk waarneembaar was de gebruikelijke oktobertrek van de lijstersoorten, enkele vinkensoorten en de Roodborsten. Hun dichtheden lagen rond het gemiddelde voor de maand oktober. Alleen de dichtheid van de Putters was aanzienlijk hoger dan gemiddeld over de laatste 10 jaren. Ook zijn er 5 Barmsijzen (2 in de kavels 8 en 55 alsmede 1 in kavel 33) en 10 Kruisbekken (9 in kavel 8 en 1 in kavel 42) gesignaleerd. De dichtheid van de Goudhanen was - net als vorig jaar - bijzonder hoog te noemen, twee maal zo hoog als gemiddeld.
Bijzonder is natuurlijk het viertal Bladkoningen (in de kavels 1A, 2, 42 en 75), een treffen dat overigens geheel in lijn ligt met het Sovon-nieuwsberichtje van 9 oktober 2015. Verder vallen de relatief hoge dichtheden van de Boomklever en de Boomkruiper op. En aan de IJsvogels raken we zo langzamerhand al aardig gewend.
Gevonden dichtheidsverloop Tafeleend in herfst/winter afgelopen 10 jaar in alle getelde kavels (dichtheden in aantallen per km²). |
Soorten met hoge dichtheden
Opmerkelijk zijn ook de hoge dichtheden van de Dodaars, de Aalscholver, de Tafeleend, de Grote bonte specht en de Glanskop. Aan Dodaarzen werden er alleen al in kavel 10/12/76 maar liefst 28 geteld! Ook in september was hun dichtheid al hoger dan in voorgaande jaren. Hetzelfde geldt voor de Grote bonte specht en de Glanskop. Mogelijk hebben deze soorten in 2016 een gunstig broedsucces gekend. Dit zou ook voor de Aalscholver kunnen gelden. Deze soort toont een vergelijkbaar fenomeen, zij het iets minder geprononceerd.
Dichtheden Tafeleend in huidige telseizoen, zonder kavels 1A en 1B, vergeleken met de gemiddelde maandwaarden in afgelopen 10 jaar. |
Bij de Tafeleend is een bijzondere kanttekening op z’n plaats. In april 2015 merkte Sovon op dat de soort in Nederland nogal achteruit ging en in Meijendel leek daar - zij het in lichte mate - ook sprake van (zie grafiek 1). Maar in het huidige telseizoen lijkt het tegendeel het geval. De in de grafiek zichtbare toename is echter uitsluitend het gevolg van de tellingen die dit jaar in de kavels 1A en 1B van start zijn gegaan. Als we de - paar honderd! - individuen uit deze kavels buiten beschouwing laten, toont de grafiek (2) voor de maanden september en oktober juist een geringe achterstand t.o.v. het gemiddelde.
Een ‘verliezer’ en prijzen van de maand
De Ekster is de enige soort die in oktober 2016 - ten opzichte van de oktobermaanden in de laatste 10 jaren - z’n laagste dichtheid liet zien. Deze dichtheid is echter niet van dien aard dat we ons zorgen moeten gaan maken (2,24 per km²).
De prijs van de maand ten slotte zou ik deze keer niet alleen overduidelijk aan de eerste Zwarte zee-eend in Meijendel (in kavel 16+) willen toekennen, maar ook aan de ene Kokmeeuw die in kavel 33 verbleef. Per slot van rekening zien we meeuwen wel geregeld overvliegen maar niet vaak in een kavel vertoeven.
Jan Westgeest westgeest.jan@gmail.com