- Home
- Meijendel
- Soorten
- Nieuws
- Links
- De werkgroep
- Voor leden
- Zoeken
Groene specht. Foto: Jan Westgeest |
Het begint steeds meer op te vallen in het huidige winterseizoen: het fenomeen van sneuvelende maandrecords. In februari zijn zelfs voor 16 soorten de hoogste dichtheden van de afgelopen 10 jaar gevonden: Dodaars, Grauwe gans, Wilde eend, Krooneend, Grote zaagbek, Blauwe kiekendief, Houtduif, Groene specht, Roodborst, Zanglijster, Tjiftjaf, Koolmees, Groenling, Sijs, Appelvink en Rietgors. Voor de Wilde eend was het tevens de hoogste dichtheid van álle herfst-/wintermaanden. In 23 kavels zijn 74 soorten gesignaleerd.
Deze telronde is voor het eerst in dit seizoen geen enkele IJsvogel gezien. Wel verscheen er een Appelvink. Kleine aantallen spelen overigens bij de records van meer soorten opnieuw een rol: naast die ene Appelvink in kavel 71 bestonden zij uit: de Blauwe kiekendief in kavel 13S, de 4 Tjiftjafs in de kavels 13S (2 stuks), 75 en 77 en de 5 Rietgorzen in de kavels 2 (4 stuks) en 3.
Grote aantallen
Daartegenover stonden de relatief grote aantallen van andere soorten: de 84 Grauwe ganzen in kavel 2, de 103 Houtduiven in kavel 84, de 41 Zanglijsters in kavel 13S en de 41 Sijzen in kavel 8. Zulke aantallen dragen uiteraard aanzienlijk bij aan de records van deze soorten. Maar ook over meer kavels gespreid voorkomende soorten deden zich gelden: Dodaars, Wilde eend, Krooneend, Groene specht, Roodborst, Koolmees en Groenling. En niet te vergeten de Grote zaagbek, waarbij al in het vorige verslag is stilgestaan.
Het dichtheidsverloop van de Groene specht in de winters van de afgelopen 10 jaren in Meijendel (in aantal per km²). |
Bijzonder is ook dat vorig jaar in februari de Houtduif en de Groene specht nog juist de laagste dichtheden van de maand in de laatste 10 jaar lieten optekenen. In lage dichtheid springen nu – naast de ‘bekende’ Wintertaling (zie wederom het verslag van januari 2016) – de Halsbandparkiet, de Staartmees en de Kauw eruit (alle vier laagterecords van 10 februarimaanden). De verklaring voor de Kauw en de Halsbandparkiet kan goed zijn dat zij (evenals de Wintertaling) vooral voorkomen in kavels die deze keer niet zijn geteld. Maar bij de Staartmees ligt dat anders. Die blijkt nu al vrijwel uitsluitend in paartjes voor te komen. Deze richten zich op het komende broedseizoen. (De datumgrens voor het broedseizoen is 1 maart.) Zulke paartjes gedragen zich wat minder opvallend dan de groepen die in de voorgaande maanden rondtrokken en zij kunnen gemakkelijker bij het tellen worden gemist.
Telling was een feestje
Het vriendelijke weer op vrijdag en zaterdag, met de hier en daar al luid zingende Zanglijsters en enkele voorzichtig oefenende Boomleeuweriken en Vinken, maakte de telbeurt tot een feestje. Zou de Groene specht ook daarom zo lacherig zijn geweest? In de grafiek is goed te zien dat z’n dieptepunt achter de rug is. (De grafiek is een derdegraads polynoom.)
Twee smaakmakers van deze keer (Blauwe kiekendief en Appelvink) zijn al genoemd, maar graag voeg ik daar de Witgat in kavel 74 en de Kleine bonte specht in kavel 65 aan toe. Deze laatstgenoemde moeten we ook in het broedseizoen in de gaten blijven houden!
Jan Westgeest westgeest.jan@gmail.com