- Home
- Meijendel
- Soorten
- Nieuws
- Links
- De werkgroep
- Voor leden
- Zoeken
Vorig jaar waren voor 13 soorten de hoogste januari-dichtheden in Meijendel ooit gevonden. Dit jaar, bij de 50e Sovon-midwintertelling (en de 15e in Meijendel), zijn het er 11: de Dodaars, Grauwe gans, Krakeend, Wilde eend, Meerkoet, Houtduif, Roodborst, Putter en Barmsijs, evenals de Grote zaagbek en de Waterral die hun records van vorig jaar nog wisten te overtreffen. De grote achterblijver van dit seizoen blijft opnieuw de Wintertaling; daar zit echter een ‘maar’ aan vast. In 23 kavels troffen we 68 soorten (waarvan één ondersoort: de Noordse goudvink) aan.
![]() |
Het dichtheidsverloop van de Grote zaagbek in de winters van de afgelopen 10 jaren in Meijendel (in aantal per km²). |
De dichtheden van de Dodaars, de Wilde eend en de Grote zaagbek spannen de kroon: deze soorten bereikten zelfs de hoogste ‘herfst-/winterdichtheid’ ooit in Meijendel (zie grafiek)! In december 2014 meldde Sovon nog op haar website dat de Grote zaagbek in de laatste 30 jaar was afgenomen. Daar is dan - in Meijendel althans - duidelijk verandering in gekomen. Je zou bijna zeggen: dit moest Sovon vaker en voor meer soorten doen!
Meteen de broodnodige nuancering bij het bovenstaande: voor sommige ganzen- en eendensoorten (zie hierboven) - en bijvoorbeeld ook voor de Houtduif - kan het grote concentraties van vogels betreffen. Als er in een kavel met zo’n groep toevallig wel of juist niet geteld wordt, maakt dat enorm verschil. En voor andere soorten, zoals de Barmsijs, gaat het om zulke kleine aantallen vogels dat de term ‘record’ iets veel groters suggereert dan de werkelijkheid toont.
Veel Putters
Hoe het ook zij, het aantal Putters was deze keer vermeldenswaardig: alleen al in kavel 105 is een groep van 17 waargenomen; de twee overige zaten in de kavels 8 en 74. De vinkensoorten doen het trouwens allemaal behoorlijk goed deze ‘winter’. Mogelijk hebben zij tot dusverre weinig behoefte gevoeld om naar zuidelijker oorden door te trekken. Daar komt nog bij dat de zondag van dit weekend op bijzonder fraai weer trakteerde. Veel tellers hebben daarvan geprofiteerd en de vogels al evenzeer. De dichtheden van de Sijs en de Keep (kleine aantallen) waren meer dan 2x zo hoog als gemiddeld in januari en die van de Goudvink was meer dan 50% hoger dan gemiddeld voor deze maand, exclusief de in kavel 8 aangetroffen Noordse ondersoort! De Vink en de Groenling kwamen ruim een derde hoger uit.
Tja, en dan de ‘verliezers’. Opvallend was vooral het geringe aantal Wintertalingen in de onderzochte kavels. De berekende dichtheid komt ver beneden het gemiddelde uit, al het hele seizoen lang. Onze vorige voorzitter heeft echter intussen vastgesteld dat er in bijvoorbeeld kavel 1b wel 78 individuen aanwezig waren. Als je dit aantal zou meerekenen, zou je op een dichtheid van nagenoeg twee maal de gemiddelde waarde voor de maand januari uitkomen. Het blijft dus geboden bij de uitspraken over de vogelsoorten korreltjes zout bij de hand te hebben.
![]() |
De Dodaars doet het goed in Meijendel. Foto Jan Westgeest. |
Overwinterende Tjiftjaf en Zwartkop
Verder blijkt de Ekster, die al geruime tijd achterbleef, intussen eindelijk weer wat in dichtheidscijfers te klimmen: de resultaten voor januari bereikten nu bijna weer de gemiddelde waarde! Het kan dus allemaal zomaar ‘verkeren’! De oud-voorzitter gaf nog een aardige tip: de geregeld voorkomende overwintering van de Tjiftjaf, kennelijk vooral in de zeereep (3 in kavel 13S en eentje in 16 en 33). Zwartkoppen in januari zijn trouwens ook pas van de laatste jaren (2 in 2014 in kavel 45 en nu 2 in kavel 33). Sommige van hen vliegen dus niet eens meer naar Engeland (een verkorte trekroute die de laatste decennia bij deze soort in zwang is geraakt).
De slotprijs is voor de Roerdomp in kavel 3 en de Kleine bonte specht in kavel 65.
Jan Westgeest westgeest_jan@yahoo.com