- Home
- Meijendel
- Soorten
- Nieuws
- Links
- De werkgroep
- Voor leden
- Zoeken
Van 19 kavels (met in totaal 65 soorten) zijn de telgegevens voor maart bekend. Meteen valt de Velduil in kavel 17A op. Ook de vele Grauwe ganzen springen in het oog: in Meijendel bereikten zij de hoogste dichtheid van de laatste 10 jaren. En de Kleine bonte specht in kavel 84 verdient direct een territoriumtoekenning. Verder leert een korte terugblik iets over de winnaars en verliezers in het afgelopen herfst-/winterseizoen.
![]() |
Grafiek 1. Dichtheidsverloop tijdens herfst-/winterseizoen van alle vogels in Meijendel (in aantal/km2), vergeleken met de gemiddelde dichtheid over de afgelopen tien jaar (seizoenen 2005 t/m 2014/15). |
In het winterseizoen van 2014/'15 is de dichtheid van alle vogels in Meijendel aan de lage kant geweest (zie grafiek 1). Vooral de geringe bezoekersaantallen van soorten als Kramsvogel, Koperwiek en Spreeuw waren hier dit jaar debet aan, waarbij overigens moet worden aangetekend dat grote delen van de waargenomen aantallen van deze soorten ook uit laag overtrekkende exemplaren kunnen bestaan, die weliswaar ‘terreingebondenheid’ lijken te vertonen maar in feite doorvliegen; onderscheid is vaak niet of nauwelijks te maken (maar dit lijkt me ook niet echt nodig). Veel wintergasten zijn dit jaar mogelijk achtergebleven in noordoostelijker streken van Europa of Nederland en hebben Meijendel niet bereikt.
Soorten met lagere dichtheid
![]() |
De fazant is verdwenen uit Meijendel. Al drie winterseizoenen wordt hij niet meer gezien. |
Deze bevinding bracht me op het idee eens te bezien welke soorten in de afgelopen tijd in elke maand een lagere dichtheid dan gemiddeld haalden. Dit bleek het geval bij: Knobbelzwaan, Fazant (die in het geheel niet meer is waargenomen), Houtduif (zie ook verslag van februari), Ekster en Zwarte kraai. Een groot deel hiervan kan buiten Meijendel z’n winterkostje hebben gekocht, zodat er eigenlijk nauwelijks van ‘verliezers’ kan worden gesproken; alleen de Fazant (die zo ongeveer echt verdwenen is uit Meijendel) verdient dit predicaat met hoge mate van zekerheid: hij ontbreekt al drie jaar achtereen in het herfst-/winterseizoen en al twee jaar ook in het broedseizoen.
Soorten met hogere dichtheid
Er zijn ook soorten die in elke maand juist een hogere dichtheid dan gemiddeld wisten te bereiken: Fuut, Blauwe reiger en Kuifeend. En soorten die dit alleen in maart niet voor elkaar kregen, zijn: IJsvogel, Tjiftjaf, Boomkruiper en Rietgors. De Grote zaagbek verdient trouwens zeker een plaats in dit rijtje. Deze bleef alleen in november iets achter t.o.v. het gemiddelde omdat er alleen in 2011 (voor het eerst én voor het laatst!) enkele exemplaren in deze maand waren waargenomen en afgelopen november niet. We hebben er in Meijendel niet eerder zoveel gezien als in het afgelopen seizoen! En de Grauwe gans haalde deze keer z’n absolute topdichtheid. De laatste jaren waren er in maart al relatief veel, maar deze keer waren er wel de allermeeste.
Winterkoning kampioen van het gemiddelde
![]() |
Grafiek 2. Dichtheidsverloop tijdens herfst-/winterseizoen van Winterkoning in Meijendel (in aantal/km2), vergeleken met de gemiddelde dichtheid over de afgelopen tien jaar (seizoenen 2005 t/m 2014/15). |
Tot slot wijs ik - evenals in het verslag van vorige maand - ook graag nog even op de Winterkoning, die dit seizoen de kampioen van ‘de gemiddelde aanwezigheid’ genoemd mag worden (zie grafiek), ook nu het seizoen rond is. Daarmee is de soort in Meijendel weer helemaal terug op het peil dat hij in 2008-2009 voor het laatst bereikte.
Jan Westgeest westgeest_jan@yahoo.com