- Home
- Meijendel
- Soorten
- Nieuws
- Links
- De werkgroep
- Voor leden
- Zoeken
De start van de herfst-/wintertellingen in september 2014 leverde 78 vogelsoorten in 21 kavels op. Deze maand zijn de waarnemingen van 1 Smelleken, 1 Duinpieper en 2 Grauwe vliegenvangers aparte vermelding waard. Misschien minder spectaculaire maar toch ook opvallende bijzonderheden zijn: veel Wilde eenden, Krooneenden, Roodborsten, Tjiftjafs, Koolmezen en Vinken en juist weinig Roodborsttapuiten en Fitissen, plus… geen enkele Grauwe gans!
Mag ik deze keer eens bij mezelf beginnen? Met dat heerlijke nazomerweer en die vroege ochtendstilte (die overigens wél nogal eens doorbroken werd door vliegtuiggeronk, nu en dan gelukkig afgewisseld met de zang - of wat daarvoor door moet gaan - van Boomleeuweriken) schoot er in kavel 77 plotseling een Smelleken laag voor me langs en speerde/scheerde vlak over een stukje bos waaruit meteen twee Merels maakten dat ze wegkwamen. Het is al bijna voorbij eer het tot je doordringt, zo flitsend gaat dat.
Daarnaast zijn de Duinpieper in kavel 33 en de twee Grauwe vliegenvangers in kavel 83 als niet-alledaags te bestempelen.
De Krooneend is in Meijendel een 'normale' verschijning. Toch leverde de septembertelling hoge aantallen op. |
Toch zijn er ook weer enkele gewonere soorten bijzondere aandacht waard. Want ofschoon bepaald (nog) niet van alle kavels met open water de telresultaten binnen zijn, blijken er in zowel aantallen als berekende dichtheden septemberrecords gebroken te zijn. In het bijzonder vallen de vele Krooneenden op. Deze bij ons inmiddels alledaagse soort lijkt nog voortdurend in opkomst. Maar ook Roodborst, Tjiftjaf, Koolmees en Vink blijken in aantal én dichtheid het hoogst van het afgelopen decennium.
Wie waagt zich aan verklaringen? Waren de Vink en de Roodborst vanuit het noorden al aan de trek begonnen en troffen zij in Meijendel zowel mooi weer als bosgebied met voldoende voedsel aan? Kan datzelfde weer de Meijendelse Tjiftjafs en een deel van de Koolmezen juist hebben doen besluiten hun trek naar zuidelijker gebieden – voor zover ze dat al van plan zijn - even uit te stellen?
En de vele Wilde eenden? Zou het in Meijendel heerlijk rustig ruien zijn?
Overigens hebben we dit jaar in september ook de meeste Grote zilverreigers gevonden, wel 50% meer dan in vorig jaar en 2007. SOVON rept al van een mogelijk record vanwege de muizenovervloed. Maar in Meijendel gaat het slechts om drie individuen en dat is één meer dan in de twee genoemde eerdere jaren.
Maar waarom hebben we aan Roodborsttapuiten en Fitissen juist het laagterecord (in aantal én dichtheid) gevonden voor de septembermaand in de afgelopen tien jaar? Wat de Fitissen betreft: die zijn doorgaans in augustus al praktisch allemaal vertrokken. En hiervan zijn in 2014 meer broedterritoria vastgesteld dan in de twee voorgaande jaren. Welnu, ik durf best ook hand in eigen boezem te steken: een Fitis kan in dit jaargetijde gemakkelijk voor een Tjiftjaf worden aangezien. Misschien is trouwens dát meteen wel de verklaring waarom we met z’n allen relatief zo veel Tjiftjafjes vonden?
Grauwe ganzen zijn niet gemeld, maar dat komt in september wel vaker voor.
Daar staan tegenover: één Velduil in kavel 17A en twee Visarenden in kavel 105!
En ik kan het niet laten: tot slot móet ik nog even de in totaal dertien Vuurgoudhaantjes noemen (4 in de kavels 65 en 75, 3 in kavel 33 en 1 in de kavels 2 en 14). Ook al zijn ze soms wat lastig te ontdekken, ze blijven zo mooi om te zien! Evenals de IJsvogels (in de kavels 14, 17A en 33)!
Jan Westgeest