De Vuurgoudhaan is één van de kleinste broedvogels van Nederland. Het opvallende kuifje is bij vrouwtjes geel en bij mannetjes oranje van kleur. Deze goudhaan heeft een duidelijke witte wenkbrauwstreep met zwarte oogstreep. Het is hoofdzakelijk een schaarse standvogel die in voor- en najaar versterking krijgt van doortrekkers. De Vuurgoudhaan zingt zacht een eenvoudig en hoog, kort trillerig liedje dat niet op en neer gaat zoals bij de Goudhaan. Ook de roep is zacht en hoog.
Dit vogeltje heeft een voorkeur voor sparrenbossen en eventueel gemengde bossen met veel spar op de hogergelegen zandgronden, in Nederland vooral in het oosten. Het hangt zijn nestje op aan de takken. Alleen het vrouwtje broedt en meestal worden jaarlijks twee legsels grootgebracht. Ze kunnen in de broedtijd heel agressief zijn als het op verdedigen van het nest aankomt.
De Vuurgoudhaan is vrij zeldzaam en komt in Meijendel sporadisch voor, zeker niet broedend. De soort vertoont sterke gelijkenis met zijn neef de Goudhaan. Deze laatste is talrijker en mist de opvallende wenkbrauwstreep. Het mannetje Vuurgoudhaan heeft in plaats van geel een geheel fel oranje kruinstreep. Vergelijk de Vuurgoudhaan met de Goudhaan op deze site.
Klik de knop rechts voor de kaart met het areaal van de Vuurgoudhaan [credits xeno-canto] → kaart
Broedsucces Vuurgoudhaan
Onderstaand territorium is vastgesteld in 1 kavel dat 2,21% van Meijendel beslaat.
De Vuurgoudhaan behoort tot de ecologische groep soorten van opgaand, gesloten bos en het broedresultaat wordt in de BMP-verslagen bij die groep besproken.
Grafiek is gebaseerd op het Meetnet Broedvogels (BMP). Weergegeven is de jaarlijkse index van de broedpopulatie en de trendlijnen. Voor een interactieve grafiek van de trend en optioneel wat spreidingskaarten van Sovon klik hier of op de grafiek
Vuurgoudhaantjes zijn in de broedtijd minder strikte naaldhoutbewoners dan Goudhaantjes. Ze nestelen zowel in sparrenbossen als groepjes of soms zelfs losse sparren temidden van loofbos. Lokaal (Zuid-Limburg) broeden ze zelfs in puur loofbos (met veel klimop). De soort vestigde zich vanaf 1928 in ons land, als onderdeel van een uitbreidingsgolf die grote delen van West-Europa betrof. Aantallen en verspreiding namen tot ongeveer 1975 sterk toe. Sindsdien breidde de soort zijn verspreiding nog iets uit, maar de aantallen groeiden niet navenant en namen in sommige kerngebieden zelfs af. De omvorming van sparrenbos in natuurlijker loofbos is waarschijnlijk ongunstig voor de soort, maar andere factoren spelen wellicht eveneens mee (bron: Sovon). ↑ top
Vogelzang en/of andere -geluiden
Klik de knoppen om zang of geluid direct af te spelen.